Gratis Planten Waskracht: wassen met kastanjes
——————————————
Tot mijn verrassing lagen gisteren bij een mooie oude, Witte Paardenkastanje bij mij in de buurt, al de eerste wilde kastanjes op de grond. Meteen vulde ik een klein zakje (dat ik tegenwoordig altijd bij me heb, als ik ga wandelen) en maakte er thuis mijn eerste dosis wasmiddel mee. Wassen met de wilde kastanjes van de Aesculus Hippocastanum L. is mijn favoriete wasmethode, omdat het – schoon! – wasgoed oplevert, dat associaties oproept met een zeldzaam soort zuivere frisheid, zoals na een regenbuitje in de lente.
——————————————
Paardenkastanjes ‘van hier’ in plaats van geïmporteerde wasnoten
——————————————
Het grote voordeel van wilde paardenkastanjes is, dat je ze hier vaak gewoon bij in je buurt tegenkomt. Dit in tegenstelling tot zeep- of wasnoten, die hier ook als natuurlijk wasmiddel worden gebruikt, maar wel eerst per boot of vliegtuig vanuit India moeten komen. Net zoals de genoemde wasnoten bevatten ook paardenkastanjes veel saponinen (8-28%). Dit zijn zeepstoffen die van nature aanwezig zijn in planten en die planten beschermen tegen schimmels, bacteriën en insectenvraat én tevens ontvetten en reinigen.
——————————————
——————————————
Wasmiddel maken van kastanjes
——————————————
Als wasmiddel voor textiel haal je het best de bruine schil af van de kastanjes. Zo voorkom je dat de schil haar bruine kleurstof eventueel afgeeft aan je kleding. Eens gepeld, snijd je de kastanjes met de hand in kleinere stukjes of doe je ze in de blender of keukenrobot. Voor een wasbeurt schep je een handvol kastanjestukjes in een (glazen) pot of flesje en giet er heet water in. Dit schud je goed en laat je vervolgens 15 minuten tot een half uur staan. Hoe fijner de kastanje stukjes, hoe sneller je wasmiddel klaar is. Tot slot filter je met een zeef de stukjes uit je vloeibaar wasmiddel. Eventueel voeg je nog een paar druppels etherische olie toe, zoals lavendel of ceder. Klaar!
——————————————
——————————————
(Winter)voorraad paardenkastanje voor DIY wasmiddel
——————————————
Kant en klaar wasmiddel van paardenkastanje is niet zo lang houdbaar, door het water dat er in zit. Wil je toch een (winter)voorraad hebben, dan droog je je kastanjegruis/stukjes goed en bewaar je die in een grote (glazen) pot, op een koele, donkere plaats. Iedere keer wanneer je wilt wassen, bereid je je wasmiddel, zoals hierboven beschreven. De hoeveelheid die je ziet op bovenstaand fotodrieluik, is voldoende voor 1 à 2x wassen.
——————————————
Workshop Zelf reinigingsmiddelen maken van (zeep)planten
——————————————
Lijkt het je leuk om je eigen zeepproducten/reinigingsmiddelen te kunnen bereiden? Van natuurlijke ingrediënten uit de natuur, die puur én krachtig zijn? Geef je dan op via een mailtje (daniella123sloots@hotmail.com) voor een workshop op maandag 9 oktober 2023, in Scheldewindeke (B). Tijdstip: 13u30 – 17u30
——————————————
——————————————
Uit: Een vlecht van heilig gras van Robin Wall Kimmerer
Eén van die oude verhalen baant de weg voor een leven vol dankbaarheid en bewondering voor de rijkdom en vrijgevigheid van de wereld. Eén van die oude verhalen vraagt ons onze eigen geschenken in natura te geven, om onze verwantschap met de wereld te vieren.
We kunnen kiezen. Stel je voor hoe arm we zouden zijn als de hele wereld een handelsartikel was. En stel je voor in wat voor rijkdom we zouden leven als de wereld een geschenk in beweging was.
—————————————
Is voeding voor jou ‘levend’ of ‘dood’?
Leve de koelkast!
Zò handig: je koopt en koopt en koopt en koopt…. groenten, vlees en/of vis, zuivel, een flesje witte wijn, dessertjes…, wat je maar wilt en wanneer je maar wilt en ‘parkeert’ alles in de koelkast tot je er zin in hebt. Heb je iets nodig, dan hoef je maar te kiezen. Alles blijft fris en vers. Vanzelfsprekende luxe. Iets waar ik verder niet over nadacht. Tot vorig jaar.
Raw food
Ik schreef een artikel over raw food en was geïntrigeerd door het idee van ‘levend voedsel’ vòl van ‘prana’ of levenskracht. In mijn beleving is voeding òòk ‘levend’. Iets wat zijn voornaamste waarde ontleent aan de zonne-energie, lucht en water waarmee het zélf gevoed werd. Tot mijn schrik besefte ik dat hoe ik dacht over voeding en hoe ik er in de praktijk mee omging, fundamenteel verschilden! Nu begon ik ook langzaam mijn vage, onbegrijpelijke (door mijn brein jarenlang vakkundig genegeerde) aversie tegen koelkasten te begrijpen.
Depressie
Als ik héél eerlijk ben associeer ik een koelkast met een…mortuarium. Zo’n plek waar je dode lichamen bewaart. Zolang ik iets in een koelkast stop om te koelen (drankje, ijsje, dessert dat op moest stijven), dan is er ‘niets aan de hand’. Stop ik er echter iets in om te ‘bewaren’, zoals groente en vis, dan voel ik iets van….depressie. Door voeding in een koelkast, (of nog erger, diepvries) te stoppen, krijg ik het gevoel dat ik mijn ‘voeding’ behandel alsof het eigenlijk al ‘dood’ is en het gelijk ‘als in een mortuarium’ in de koelcel bewaard moet worden om rotting en bederf te voorkomen.
Reanimeren
Op onbewust niveau werd dus bij mij ‘voeding – dood/niet-leven – stilstand’ aan elkaar gelinkt. Een link die op rationeel niveau ‘niet bestond’, want een koelkast is toch gewoon heel handig? Elke keer dat ik iets uit de koelkast haalde, had ik het gevoel dat ik wortel of courgette eerst weer een beetje moest ‘reanimeren’, wat in mijn beleving toch nooit meer voor 100% kon lukken. Uitgedoofd leven. Geen wonder dat ik er depressief van werd.
Energieveld
Het tegenovergestelde kan overigens ook: levend voedsel ‘doodmaken’ door het (sterk) te verhitten. We kunnen ons niet voorstellen dat een kudde herten hun gras eerst in een grote ketel laat klaarstomen! Wilde dieren eten hun voedsel rauw en vers. Punt. In ‘levende’ voeding schijnt volgens wetenschappers bovendien een subtiel energieveld aanwezig te zijn. Een veld dat veel krachtiger is dan van gekookt of gebakken voedsel.
Stenen kelder
Een ‘rawfoodie’ ben ik niet geworden, maar duidelijker keuzes maak ik tegenwoordig wél. Alles wat ik wil koelen (drankje, ijsje, dessert,…), omdat gekoeld nou eenmaal lekkerder is, gaat in mijn ouderwets koele, stenen kelder. Mijn koelkast heb ik de deur uit gedaan; die blijk ik écht niet nodig te hebben. Al krijg ik wel hier en daar commentaar dat ik nu toch wel érg alternatief aan het worden ben. Oh? Ik ben enkel weer zélf na gaan denken en gaan voélen wat iets doet met me.
Vruchtbaar leven
Al het overige, zoals groenten en fruit, gaat op schalen, of in bakjes met wat vochtige aarde. Het is namelijk wetenschappelijk bewezen dat groenten en fruit tot 10 dagen na het oogsten nog door blijven leven. Vis koop ik enkel nog op de dag zelf. Nu wordt de link ‘voedsel – leven, vruchtbaar, groei’ gelegd. En dat lijkt mij véél positiever. Mijzelf voeden met ‘vruchtbaar leven’, in plaats van met ‘uitgedoofd leven’.
Thuiskomen
Niet langer ‘geketend’
Tijdens een familie-opstelling schreef ik eens: ik wil me niet langer ‘geketend’ voelen aan mijn familie, maar in plaats daarvan ‘verbonden’ met elke schakel van de ketting, als onmisbaar onderdeel van een schitterend, volstrekt uniek (familie)juweel. Hoewel dat heel mooi klinkt, is dat voor mij nog altijd een lastige oefening, aangezien onze familie niet zo ‘verbonden’ is. Toch is ‘Naar huis gaan’ en ‘Thuiskomen’ voor mij heel essentieel.
De archeologie van de familieziel
Mijn vader heeft recent de familiestamboom voltooid. Een lijfig levenswerk dat meer dan 30 jaar van zijn leven heeft gevergd. Toen ik klein was, ging ik wel eens met hem mee naar het archief, om blij naar ‘Nieuwe’ Slootsen op oude, vergeelde bladzijden in oude aktes te zoeken, samen met hem. Hij stuurde mij het document met meer dan 70.000 namen 2 maand geleden. Ik had mijn vader en moeder toen al ruim drie jaar niet meer gezien. En zij hadden mijn zoontje nog nooit ontmoet. Waar een ongelukkig geformuleerde mail al niet toe kan leiden. Als kind hield ik me al bezig met archeologie. Later de archeologie van de ziel. De archeologie van de familieziel! Hoeveel hinten heeft een mens nodig?
Mijn roots herstellen
Tijdens een boommeditatie, een oefening tijdens een weekend van mijn Script-As-Methode Masters-opleiding, maakte ik contact met een middelgrote beuk. Zo één die in de luwte stond, met laaghangende takken, die beschutting leken te geven. Ik vroeg de boom of hij mijn vader wilde representeren. Mijn oog werd ineens getrokken naar allerlei details op en nabij de boom en de zinnen kwamen als vanzelf. Ik huilde. Ik begreep dat het belangrijk was om zo snel mogelijk naar huis te gaan en de band met mijn ‘wortels’, mijn ‘roots’ te herstellen. In het belang van mijzelf, mijn familie én mijn zoon. En zo geschiedde. En we: mijn ouders, zoon en ik, zijn weer samen.
Men moet zichzelf het vaderland zijn
Uit het boek van Etty Hillesum, Het verstoorde leven: “Op iedere plek van deze aarde is men thuis, wanneer men alles in zich draagt. Ik heb me dikwijls gevoeld en ik voel me nog als een schip dat een kostbare lading binnenboord heeft gehaald; de touwen worden afgesneden en nu vaart het schip, zo vrij en door alle landen en alle kostbare lading neemt het met zich mee. Men moet zichzelf het vaderland zijn.”
Honkvaste haven
Ik heb vol enthousiasme altijd mijn touwen losgegooid. Vrijheid blijheid, op zoek naar wijsheid/weidsheid. Elders. Maar wat ik nu pas begrijp, is dat ik mijn honkvaste haven nodig heb, om mijn vrijheid werkelijk te kunnen ervaren. Aan te kunnen. Ik droeg niet alles in me. Ik had simpelweg veel afgestoten. Ik miste mijn verbinding met mijn roots en zwierf daarom rond, als een losgeslagen sateliet. Maar de ziel, mijn lieve ziel….heeft aarding nodig om zich hier thuis te voelen. Mijn ziel kan pas groeien, gloeien als er ‘gronding’ is. Pappa en mamma, ik hou van jullie. Jullie zijn mijn navelstreng met deze wereld. Alleen door jullie, via jullie heeft mijn ziel leren spreken.”
Wat diepzielduiker Mark Nepo mij leerde
Terwijl ik de laatste details bijschaaf van mijn interview met Mark Nepo, de Joods-Amerikaanse filosoof, auteur, poëet en leraar, die ik zaterdag 12 september jongsleden mocht interviewen in Utrecht, doe ik een ongelooflijke ontdekking.
In zijn boek Inside The Miracle heeft hij het onder meer over het belang van ‘een brug vormen voor elkaar’. Omdat ik de metafoor niet helemaal begreep, vroeg ik hem ernaar en hij nam als voorbeeld het gegeven dat ik een zoontje heb en hij kinderloos is. Wanneer ik over mijn zoontje praat of hij mij bezig zou zien met hem, dan zou hij kunnen voélen wat het betekent om een kind te hebben. Door mijn ervaring op gevoelsniveau met hem te delen, zou hij de betekenis van ‘een kind hebben’ beter begrijpen en zich als mens completer kunnen voelen, zònder zelf ooit vader te zijn geweest.
Ineens begreep ik waarom ik zo graag interview. Tegenwoordig interview ik eigenlijk enkel nog mensen die ik zelf heel interessant vind en de reden is dat ik dit in de eerste plaats doe voor mezelf. Mensen zoals Mark Nepo, Gregg Braden, Bruce Lipton, William Tiller, Baptist De Pape, Koen Van Mechelen, Christine Pannebakker, Geert Kimpen, Pascale Naessens, Ivo Valkenburg, ….inspireren mij enorm en de vraag is natuurlijk, waarom? Wat hebben al deze mensen met elkaar gemeen? Hoe meer ‘favorieten’ ik interview, hoe duidelijker de rode draad zich aftekent en de boodschap voor MIJ steeds duidelijker wordt.
Wat ze allemaal gemeen hebben met elkaar is dat ze op zoek zijn naar, of werken vanuit ‘heelheid’. En daarin zijn twee ‘richtingen’ zichtbaar: de ‘Verticalen’ of ‘Denkende Duikers’ (hemel & water), waar iemand als Mark Nepo onder valt en de ‘Horizontalen’ of ‘Gepassioneerde Manifesteerders’ (vuur & aarde), waarbij ik meteen denk aan iemand zoals Pascale Naessens. De ‘Verticalen’ vinden al diepzielduikend in hun gevoelsoceaan dat in essentie alles met alles verbonden is. Zich (hart)openend, zorgvuldig luisterend en ontvangend. De ‘Horizontalen’ breiden stoffelijk uit in de breedte, waarbij één ijzersterk verhaal het verbindende uitgangspunt is. Door elementen toe te voegen dijt hun ‘universum’ alsmaar uit en blijft toch een éénheid. Passie, creatie en manifestatie lijken hier de sleutelwoorden.
Ik bezit, zoals iedereen, het potentieel van beiden. Wat mij weerhoudt is, zoals bij velen, angst. Angst om in vogelvrije vlucht diep tot de bodem te duiken, zoals de DD’s, of mijn vuur voluit en zonder reserves te laten vlammen en mijn ideeën te manifesteren in stof, zoals de GM’s. Door intens in dialoog te gaan met dit soort mensen, vormen zij, zoals Nepo het uitdrukt, een brug voor mij. Zonder het (nog) zelf volledig ervaren te hebben, kan ik tòch proeven hoe het zou zijn, als ik wél tot de bodem dook of wel voluit vlamde, zoals zij. Dat ik er vervolgens één mooi, samenhangend verhaal van mag maken om met een groot publiek te delen, is een groot (brug-verbindend!) voorrecht waar ik als interviewer/auteur heel dankbaar voor ben.
Tegelijkertijd begrijp en vertrouw ik met elk interview stapje voor stapje, hartslag na hartslag, mijn eigen diepte en zielevuur steeds beter,…..En wint, terwijl ik steeds dieper durf te ademen, mijn eigen vuur aan kracht.
Illustratie: The Suspension Bridge Between Hida and Etchu by Hokusai. Deze illustratie staat ook in het boek Inside the Miracle op p 244.
Hoe zuiver water een troebel denkfoutje ophelderde
Een serieus vergrote milt
Mijn vader bleek een serieus vergrote milt te hebben, die al zijn andere organen wegdrukte. Een familiekwaal zei hij schouderophalend. Als spiegelend (kinder)tolk en S.A.M. coach geloof ik dat ziekten je iets proberen te vertellen ‘tot de les geleerd is’ en één boek dat ik dan graag even raadpleeg is de klassieker ‘De Hoorn des Overvloeds’ van Christine Beerlandt. Miltaandoeningen hangen volgens haar samen met (gebrek aan) balans. Tussen m/v, ratio en gevoel, hemel en aarde,… Dàt kon kloppen. Er werd vooral hàrd gewerkt in de boerenfamilie van mijn vader.
Waarmee voed jij jezelf?
Voor hartsaangelegenheden en reflectie was geen tijd en ruimte. Volgens Beerlandt stelt ‘De milt’ je vragen als: ‘Waarmee voed jij jezelf?’ en op een diepere laag: ‘hoe geef jij je leven vorm?’ En….’Ben je mild voor jezelf?’ Nee. In onze familie zijn we niet mild voor onszelf. ‘Wij zijn de eeuwige underdog.’ is een typische uitspraak van mijn vader. Wat voor consequenties heeft zo’n denkkader op hoe wij met ‘voeding’ in ons gezin omgaan? De zieke milt van mijn vader spoorde mij aan tot zelfonderzoek. Als een spiritueel detective was ik ‘iets’ op het spoor en vastbesloten om een aanslepend familiepatroon te doorbreken. Waarmee voed IK mezelf eigenlijk? Of met wat juist niét?
Zuiver water
Ik besloot ‘simpel’ te beginnen. Zo was ‘zuiver water drinken’ bijvoorbeeld een issue. Ik had vrijwel altijd de neiging om er iets ànders van te willen maken. Thee, appelsap, soep, kefir,…. òòk gezond, maar gewoon eens fris, helder water drinken? Nee, liever niet. Dus schreef ik intuïtief op wat ‘zuiver water’ voor mij betekent. Na de gebruikelijke associaties als ‘nat’, ‘vloeibaar’ en ‘fris’, kwam ik al snel op een diepere laag: ‘elke onzuiverheid is zichtbaar’, ‘water liegt niet’, in zuiver water kun je niets verbergen.’ Confronterend! Ik zag ineens het beeld voor me van mijn binnenkant, die -in mijn verbeelding- zò vervuild was, dat ik onbewust meende dat ‘zuiver water’ niet krachtig genoeg zou zijn om dit schoon te spoelen en dat ik het dan maar beter helemààl vermeed.
Voeding als vulling
Al kleurend en schrijvend kwamen de herinneringen boven, van hoe wij thuis met voeding omgingen. Er werd véél gesnoept en gesnackt en ook de ‘gewone maaltijden’ bestonden vaak uit een groot deel ‘vulling’. Wat ik hiervan leerde, was om mijn energie op een vluchtige manier te verkrijgen in de vorm van suikershots en koolhydraatbommen en die energie vervolgens op een vluchtige manier ‘op te gebruiken’. In ruil voor het ‘gezellige’ in familiekring veelvuldig geconsumeerde, kleurrijke, troostrijke ‘feestvoedsel’, had ik als kind mijn (vertrouwen in mijn) eigen duurzame energie weggegeven.
(Niet) helder en transparant durven zijn
‘Zuiver water’ herinnerde mij er op een onbewust niveau aan, dat ik zelf niet meer ‘helder’ en ‘transparant’ durfde te zijn uit schaamte over mijn ‘innerlijke vuilnisbelt’, die niemand mocht zien. Dat deze ‘innerlijke vuilnisbelt’ vooral gevoed, vormgegeven én in stand gehouden werd door mijn negatieve, interne communicatie, werd mij nu ineens ook glashelder. Heel bewust drink ik nu iedere dag schoon, helder, gefilterd water uit een mooie glazen fles, die op mijn werktafel staat.
Voorbij de Moeder Wond….
Het is een natuurlijke gave van vrouwen om te stralen & onze omgeving op te laten lichten. Vrouwelijk is ook onze ‘innerlijke ruimte’ (fysiek, emotioneel & spiritueel) om diverse ideeën, mensen en groepen vast te houden, te omvatten en lief te hebben. Onze essentie expandeert zich op natuurlijke wijze. Wij zijn dragers van Leven. Desalniettemin stralen velen van ons meestal… NIET of slechts op halve kracht. Hoe kan dit? Een stralende, stromende vrouw is tenslotte een vrouw die in het hart van haar kracht staat en in de kracht van haar hart. Het antwoord is, dat het collectief & eeuwenoud is, samenhangt met onze patriarchale samenleving én…. met de mysterieuze ‘Moeder Wond’*.
De pijn van vrouw-zijn
Wellicht (h)erken je de pijn van niet (goed) genoeg te zijn, schaamte, alsof er iets ‘mis’ is met je, het gevoel dat je klein moet blijven ‘in ruil’ voor liefde (van moeder, man en maatschappij) en/of een aanhoudend gevoel van schuld, wanneer je méér wilt dan je nu hebt. Dàt is de pijn van de Moeder Wond. Wanneer vrouwen niet hun volledige zelf (durven) zijn, zich gemakkelijk slecht laten behandelen, zich verantwoordelijk voelen voor het geluk van een ander, zichzelf saboteren en andere vrouwen als ‘rivale’ zien,…. Dan zijn dàt de manieren hoe de Moeder Wond zich toont. Het is de pijn van vrouw-zijn, inclusief de (ont-kracht-ende) overlevingsmechanismen om met deze pijn om te gaan. Hoewel véél vrouwen zich hierin zullen herkennen, vermoeden weinig vrouwen dat dit fenomeen iets met een ‘moederwond’ te maken zou kunnen en/of is het taboe om het openlijk over de pijn van deze ‘moederwond’ te hebben. Maar het is niet iets ‘persoonlijks’. De ‘moederwond’ is een collectieve, onbewuste dynamiek en wordt van moeder op dochter in alle (patriarchale) culturen over de hele wereld al generaties lang doorgegeven.
Of je bent krachtig. Of je bent geliefd
Dochters die opgroeien in een patriarchale cultuur hebben vaak een gevoel dat ze moeten kiezen tussen krachtig zijn of geliefd zijn. De meeste dochters kiezen ervoor geliefd te zijn, omdat er een angstwekkend besef is dat zelfrealisatie en empowerment betekenen dat ze de liefde van belangrijke personen in hun leven, vooral de moeder, zullen verliezen. Daarom blijven vrouwen klein en onvervuld, en geven onbewust de moederwond door aan de volgende generatie. Vrouwen hebben een vaag maar krachtig besef dat ‘in hun volledige, eigen kracht staan’ relaties zal beschadigen. En vrouwen wordt boven alles geleerd relaties te koesteren.
Bij veel vrouwen en moeders smeult bovendien onderhuids een diepe woede tegen de patriarchale samenleving, die van vrouwen van oudsher verlangt dat ze zichzelf opofferen en uitputten om kinderen te bemoederen, mannen te verzorgen en te behagen, andermans pijn te dragen en te transformeren en hun eigen dromen op te geven, opdat ‘anderen’ (veelal mannen) in hun plaats kunnen schitteren. Deze woede lijkt ons overigens in eerste instantie ook ‘kracht’ en ‘vuur’ te schenken, waardoor we er onbewust soms decennialang aan vasthouden en onszelf energetisch blokkeren. Helaas is dit een energie die op de lange termijn uitput en opbrandt, wanneer zij niet wordt gebruikt om onze eigen dromen te verwezenlijken, voor onszelf op te komen, voor onszelf te kiezen of onze kracht terug op te eisen. In plaats van een stralende, naar buiten schijnende zon, die voedend is en eindeloos blijft stromen en stralen, implodeert deze energie van vrouwen, die geleerd is zich klein en in te houden, in een tegenovergesteld zuigend, zwart gat, waarin vrouwen uiterst vatbaar worden voor depressies, eetstoornissen en verslavingen.
Innerlijk vuur
Wanneer wij in dit besef geheel durven ontspannen en onszelf vergeven voor het vasthouden en cultiveren van deze woede, dan ontstaat er weer ruimte voor een ànder innerlijk vuur, die zacht gloeit, verwarmt, ontkrampt, koestert en zich moeiteloos uitbreidt, zodat we gevuld en vervuld worden met ‘voeding’ die gemaakt is van licht, liefde en leven(digheid) en vervolgens expandeert voorbij onze fysieke grenzen. In dit proces kunnen wij vrouwen elkaar steunen en dragen, zodat we gezamenlijk een gewijde, veilige ruimte kunnen scheppen, die beziel(en)d en helend is en waarin wij onze gemeenschappelijke pijn kunnen delen en transformeren.
De moederwond gaat dus uiteindelijk niet over je moeder
Het gaat over jezelf en je talenten zonder schaamte omarmen. Dit is jouw reis. Jij bent onschuldig. Neem je kracht terug. Neem je verantwoordelijkheid. Transformeer je pijn. En sta op. Als we de moederwond (h)erkennen bij onszelf en helen, zal de kracht-dynamiek meer en meer oplossen, omdat vrouwen elkaar niet langer vragen klein te blijven om hun eigen pijn te verzachten. En kunnen wij bovendien stoppen om onze woede nog langer op ons kind of patriarchale maatschappij te projecteren en ons ‘slachtoffer’ te voelen. Laat ons ontspannen in onze verkramping. Laat ons onze ‘leegte’ niet langer als een ‘gat’ of ‘wond die maar niet wil helen’ zien, maar als ons eigen, unieke, vrouwelijke talent. En haar geheel omarmen en doorgloeien met koesterende, voedende Moeder-energie. waarin wij vol-ledig kunnen Zijn, kunnen ontvangen en anderen (wanneer we dat willen) kunnen uitnodigen mét ons vol-ledig te Zijn. Dit is de manier waarop losse delen, losse bladzijden van ogenschijnlijk losse verhalen en losse botten van alle gewonde vrouwen door alle tijden heen, opnieuw hun plek krijgen en door de tedere omhelzing van alle vrouwen NU, terug één Lichaam, één onbegrensde Ruimte, één Kosmos wordt, waarin iedereen warm welkom is.
Dus, vrouw:
Dans deze vrijheid. Dans deze grootsheid. Er is NU enorme stuwkracht. Laten we samen walsen naar grootsheid, waarin vrouwelijk lijden moeiteloos verandert in vrouwelijk leiden. Laat ons eindeloos stralen!
___________________________________________________________________________
* ‘Moeder Wond’ is een term die door auteur en ‘vroedvrouw van het hart’ Bethany Webster bedacht en uitgewerkt is in een serie artikelen.
Rammelende Huidhonger
Een typische ‘straf’ die ik vroeger soms kreeg als ik koppig weigerde ‘sorry’ te zeggen voor iets wat ik niét had gedaan, was dat ik thuis één, twee tot drie weken volledig genegeerd werd door beide ouders. Dus niet werd aangeraakt, gehoord of gezien. Ik bestond als het ware even niet meer. Dit is inderdaad een straf! Blijf jij als afhankelijk kind maar eens lekker in je kracht staan in zo’n situatie! Gelukkig compenseerde ik één en ander door zelf veel ‘aan te raken’: ik speelde veel buiten, groef lekker in de aarde, kleide me suf, verzamelde vuurstenen, knuffelde veel met de hond en met mijn pluizige knuffels en had een rijke fantasiewereld, vol behulpzame, vriendelijke wezentjes. Toch had ik last van….huidhonger.
Hunkering naar aanraking
Je huid is behalve je grootste orgaan, ook je primaire communicatiemiddel en belangrijkste beschermer. Meer dan vijf miljoen gevoelscellen reageren op iedere aanraking en registreren hitte, kou en pijn. Huidcontact stimuleert de zenuwuiteinden, die op hun beurt signalen zenden naar de hersenen. Daar wordt vervolgens van alles in gang gezet, zoals de productie van endorfine. Door endorfine ga je je prettig voelen, maar dit ‘gelukshormoon’ stimuleert bijvoorbeeld ook het immuunsysteem, de spijsvertering en de stofwisseling. Aangeraakt worden is dus van levensbelang. De hùnkering naar aanraking, die ontstaat door gebrek eraan, noemen we ‘huidhonger’. De Roemeense weeshuizen ten tijde van dictatotor Ceausescu zijn in dit verband berucht. Veel weeskinderen stierven door ‘verhongering’, simpelweg door een chronisch gebrek aan liefdevolle aandacht en aanrakingen.
Gezond lichaamscontact creëert veilig gevoel
Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen die veel in aanraking komen met massage en andere lichaamsbewustzijnstechnieken veel minder kans hebben om het slachtoffer te worden van seksueel misbruik. Zij voelen zich veilig en ontspannen in hun lichaam en zijn veel meer verbonden met hun gevoel. Zij voelen veel sneller of een bepaald lichaamscontact wel of niet klopt en zijn ook helderder in het formuleren van hun verlangens en het afweren van ongewenst lichaamscontact. Lichaamscontact is voor kinderen met ‘huidhonger’ echter vaak verwarrend en ze sturen daarom ook verwarrende signalen naar buitenstaanders. Het is dus heel belangrijk om lijfelijkheid en massage te ervaren in een veilige omgeving en stapsgewijs meer bewustzijn over het eigen lichaam op te bouwen. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.
Lichaamsbewustzijnstechnieken op school
In bepaalde holistische onderwijsvormen, waar de focus meer ligt op ‘Right Brain Education’, zijn massage en lichaamsbewustzijnstechnieken al onderdeel van het leerprogramma. Men erkent daar dat lijfelijkheid een essentieel onderdeel is van de ontwikkeling van het kind en hun zelfwaarde en leervermogen bevordert.
Geef het aan jezelf!
Wacht niet tot je ‘aangeraakt’ wordt. Verwen jezelf regelmatig met een (zelf)massage, maak ‘contact’ met de aarde door een wandeling, de zon op je huid, het verzorgen van je tuin. Kook lekker voor jezelf. Eet eens met je handen. Voel. Geniet. Omhul je met zachte, soepele stoffen. Omring je met lekkere geuren. Vrààg gewoon om een knuffel. Of geef er een aan jezelf. Door zelf bewust aan te raken, wòrd je aangeraakt.
Laad je batterij op door interactie met je ‘andere pool’
20 jaar en 8 maanden was ik, toen een zwierige kunstschilder/muzikant met de juiste sleutel éindelijk mijn kuisheidsgordel vreugdevol doorstak. Ik ben nog altijd goed bevriend met hem. Mentaal bleef ik daarna helaas nog wél làng ‘maagd’, met knellende overtuigingen die nog uit een collectief vér verleden stamden. Fysiek bevrijd, mentaal gevangen. Ik was een voorbeeldig ‘net’ meisje en beminde uitsluitend mannen waarmee ik ‘in relatie was’. Soms wilde ik éigenlijk enkel ‘proeven’, (zoals ik met mijn eten ook altijd heel avontuurlijk en losbandig ben geweest) maar de angst om daarna voor iets vreselijk onzedigs versleten te worden, zorgde ervoor dat ik enkele keren ongewild een ‘relatie’ begon om toch maar vooral…. ‘zedig’ te lijken.
Fysiek ontmaagd, mentaal bevrijd
Nu ben ik enkel nog in spirituele, ‘heidense’ zin ‘maagd’: een soevereine vrouw die enkel zichzelf toebehoort. Eén IS in zichzelf. Een oerbeeld, een vrouw met vele gezichten. Een vrouw die baart en zoogt. Zowel kinderen van vlees en bloed, als Grootse Projecten, Kunst, Boeken en Vruchtbare Tuinen. Die het hogere kent én het lagere. Het rijke én het arme. Een vrouw die zich transformeert. Zoals Christus mens werd in de schoot van zijn Moeder, zo werd ik Vrouw in de schoot van Moeder Aarde. En helemaal klaar voor tantrische interactie met….mijn ‘andere’ pool.
Voedend spel met je ‘andere pool’
Net als bij mij, gaan er ook bij jou, in de interactie met een ander, altijd energielijnen over en weer om af te tasten of er een interessant, dienstbaar of voedend spel gespeeld kan worden. Dit gaat vanzelf, omdat energie, net als water, stroomt waarheen het vrij kan stromen. Wanneer een mannelijke pool een vrouwelijke pool ontmoet in een soortgelijke energiefrequentie, versmelten deze polen, gaan stromen en activeren elkaar. Iedere polaire energie van dezelfde vibratie werkt enorm versterkend en wekt energie op. Het is als het samenvoegen van de plus en de min van een batterij. Door deze opgewekte energie wordt jouw innerlijke ‘licht’ versterkt, wat de basis is van alles wat leeft. Een vitaal lichtlichaam vormt de kern van je levenskracht. Je zou jezelf dus tekort doen als je iedereen van het andere geslacht ineens zou negeren, omdat je bijvoorbeeld een relatie hebt. Of als single, omdat je vindt dat een voedende interactie met je tegenovergestelde ‘pool’ enkel ‘mag’ bestaan tussen liefdespartners. Zie seksualiteit (fysiek intiem contact) of sensualiteit (exploreren van zintuigelijke ervaringen) als een vorm van energie. Het belangrijkste criterium: voelt het goed of niet?
Tantrische wezens
Laten wij, als de tantrische wezens die we zijn, erkennen dat energetische uitwisselingen met onze tegengestelde ‘pool’, ‘voeding’ is van onschatbare waarde. Wij zijn tenslotte opgebouwd uit mannelijke en vrouwelijke energie en dus is het volstrekt natuurlijk dat deze energie wil interacteren, verstrengelen en zich verruimen, wat fundamenteel belangrijk is voor ons spirituele groeiproces. Er zijn véle manieren van uitwisseling. Al pratend, lachend, dansend, flirtend, etend, spelend, aanrakend, kijkend, proevend, gevend, ontvangend, verbindend… stuwen wij elkaar, wervelend om elkaar heen, tot groei.
Je (familie)naam als krachtbron
Ik ben preciés op de dag geboren, dat ik uitgerekend was. De weeën werden opgewekt zoals gepland en ik had geen andere keus dan de baarmoeder te verlaten. Wat ik mij decennia later, als ik mij weer eens opgejaagd voelde, wél afvroeg was; was deze dag, 23 februari 1972, om 01:05 in de ochtend, ook werkelijk het tijdstip waarop IK geboren wenste te worden? Had deze geboorteprocedure ook MIJN ritme gevolgd? Deze vraag begon bewust te spelen, nadat een medium me enkele jaren geleden verteld had dat ik een ram was. “Nee hoor, zei ik, ik ben een vis. Een hele vroege. Om ‘ram’ te zijn had ik maar liefst een maand later geboren moeten worden!” Toch vond ik het een intrigerende gedachte, dat ik in plaats van een mysterieus diepwatervis-winterkind eigenlijk een latent, onstuimig, wild en héél aards lentekind had kunnen zijn, als… ik misschien ‘meer tijd’ had gekregen om zelf mijn ‘entree’ te bepalen!
Het aanbreken van het eerste ochtendlicht
Alsof ik met terugwerkende kracht alsnog de ‘controle’ over mijn leven terug wou pakken, kreeg ik op een koude winteravond ‘zin’ om ‘iets’ met mijn (familie)naam te gaan doen. Er een transformatiespelletje mee te spelen. Met de Herbreeuwse betekenis van ‘Daniëlla’ ‘Mijn rechter is God’, heb ik nooit zoveel gehad. Maar toen ik eens ging rondsnuffelen in CyberSpace naar varianten op mijn naam, kwam ik ineens uit bij een Oud-Engelse variant: ‘Dawnyella’: ‘The first appearance of light, daybreak.’ Kippenvel, toen ik het las. Dàt was het! Net als dat ‘Brand New Day’ van Diana Ross òòk van kindsaf aan mijn favoriete song was, was ik meteen verliefd op deze naam die een belofte van een nieuwe begin, een nieuwe dag inhield! Het visje dat ik was zou eindelijk voet aan wal zetten, met haar gezicht richting Zon gekeerd. Toen ik daar vervolgens verder op voortborduurde, kwam ik uit op Dawn Yell. Ochtend schreeuw. Een oerschreeuw, zoals bij een geboorte, wanneer het vlies van een lange, donkere (ziele)nacht scheurt, zodat stralen van licht kunnen binnendringen. Oogverblindend, onbegrensd, hartverwarmend, allesdoordringend licht.
Hoe ‘beladen’ is je naam?
Energetisch gezien is je naam ontzettend belangrijk. Je zult hem duizenden keren horen noemen, of zelf uitspreken. Het is dus maar beter dat je er ‘mee op goede voet staat’. Met je naam én achternaam. Bij je achternaam ‘hangt’ de familie-energie erin, mét bijbehorende patronen en overtuigingen erin verweven. En soms ook….. helaas een boel verdriet, pijn, of andere emotionele ‘ladingen’. Je kunt bijvoorbeeld de naam van je vroeggestorven zusje hebben gekregen, of de naam van je (zeer ongelukkige) oma, bij wijze van ‘eerbetoon’. Met mijn familienaam ‘Sloots’ heb ik lang op gespannen voet gestaan. Enerzijds omdat ik via mijn moeder ‘leerde’ dat een ‘Sloots’ zijn niet iets was om trots op te zijn. (Lompe boerenmensen! Nee, dan WIJ,…) en anderzijds omdat ik altijd letterlijk een ‘sloot’ voor me zag, gevuld met ‘brak’, want niet stromend, water. Niet ‘verbonden’ met een rivier, laat staan met de zee. Ik had de neiging dit als een negatieve metafoor voor mezelf en mijn familie(geschiedenis) te zien. Eén van de hardnekkige overtuigingen die namelijk door mijn hele hardwerkende boerenfamilie aan vaderskant leek door te echoën was: “Wij zijn nu eenmaal de eeuwige underdog”.
Familiewapen
Tot ik mij eens ging verdiepen in wat een ‘sloot’ nu eigenlijk is. Gezonde sloten hebben een hele rijke vegetatie en vormen eigenlijk hun eigen ecosysteem, dat zichzelf van binnenuit voortdurend vernieuwt en ververst. Sloten vullen zich met hemelwater, waarmee een verticale (‘hemelse’) verbinding wordt gemaakt. Ik ontwierp een soort ‘familiewapen’, waarin ik wandelende, blote voeten (voeten worden ook wel ’trouwe onderdanen’ genoemd) op zwarte kleigrond (‘boeren-kleigrond’, die aardt), een witte hond (de ‘underdog’) als trouwe vriend, en een groene strook weiland & een blauwe sloot (‘Sloots’) in één beeld samenbalde tot een krachtig beeld van (veer)kracht, liefde & kennis voor/van de natuur en onafhankelijkheid. Dit ‘familiewapen’ verbond ik met mijn (nieuwe) voornaam DawnYell en een grote (ochtend)zon en zo ontstond een kleurrijk ‘statement’ én waardig eerbetoon aan mijzelf en mijn familie, die nu in mijn huis hangt en waar ik met innerlijke rust, fierheid en liefde naar kan kijken.
Wat mijn droomhuis mij vertelde
Een groot, wonderlijk huis van natuursteen en hout, waarbij fundament, ‘middenschip’ en zolder één waren, zonder verdiepingen of vloeren. Ik liep letterlijk op de fundamenten van deze ‘kleine kathedraal’ en kon tegelijk de nok zien. Een huis waar ik me eigenlijk heel goed in voelde,….. àls ik in een oeroude mythe geleefd had. Dààr droomde ik recent over. En in dit huis, waar het op dat moment bijna ochtend was, woonde bovendien een witte gans. Hoewel ik het heerlijk vond dat het huis zo ‘transparant’, ‘open’ en ‘heel’ was, was het onleefbaar en wilde ik er steeds uit wèg. Het was gewoon niet praktisch, niet gestructureerd en er kon niets ‘neergezet’ worden.
Enorme kelder
Nu ben ik dol op dit soort dromen, want ze herbergen een soort cryptische vraag, die ik graag op wil lossen zodra ik wakker ben. Mediteren is niet aan mij besteed, maar creatief co-crëeren met mijn onder- én bovenbewustzijn, in slaap/waaktoestand vind ik de max! Ik was mentaal dus al druk bezig om een stevige, virtuele, houten vloer te timmeren in dit ‘droomhuis’, tot ik me ineens realiseerde hoeveel ruimte ik, als vanzelfsprekend, reserveerde voor de kelder! Eén derde van mijn droomhuis…. Pas 3m boven de grond timmerde ik namelijk de vloer van mijn woonkamer! (En dan nog wat verticale binnentuinen, een keldervijver, een ingebouwde vuurplaats, één centrale wenteltrap en een grote, ronde dakkoepel. Maar daar gaat het nu even niet om…)
Familiegeschiedenis ‘eren’ door alles te ‘bewaren’
In onder meer de Jungiaanse psychologie is de ‘kelder’ verbonden met het verleden en vorige levens en tevens met het onderbewuste en instinctieve. En ik realiseerde mij dat ik letterlijk en figuurlijk te veel ruimte/plek en waarde gaf aan ‘het verleden’, met alle doden die daarbij horen. Daardoor bleef er letterlijk minder ‘plek’, minder ‘huis’ over in het Hier en NU om te léven, aarden, stromen en mijn huis (= lichaam) als geheel te kunnen ‘bewonen’!
En….dit IS ook helemaal het thema in onze familie! Ik heb geleerd van mijn ouders dat ‘de doden in onze familie’ (én alle ellende die ze hebben meegemaakt) ‘geëerd’ moeten worden en de familiegeschiedenis niet ‘vergeten’. Mijn vader is bovendien 30 jaar met zijn stamboom bezig geweest, dus de ‘traditie’ van het ‘bewaren’ van de ‘familieschatten’ zit er goed in. Ik héb inderdaad de neiging om emotionele (familie)pijn ’te bewaren’/ vast te houden’ ‘uit respect’ en alles ‘op te slaan’ in mijn ‘innerlijke kelder’.
Ruimte om te ontvangen
Het punt is, dat hoe meer verleden/ herinneringen (= dode energie) je in jouw wezen ‘vasthoudt’, hoe minder ruimte er overblijft voor het heden/ inspiratie (= levende energie) Er kan gewoon (bijna) niets meer bij. Je kunt niet ontvangen. Wat jammer! Alles wat je maar wenst is er namelijk al en fladdert boven, naast en helemaal rondom jou heen! Zoekend naar een opening, een mogelijkheid om door jou ontvàngen te kunnen worden. Als er maar RUIMTE zou zijn. Wil je léven? Laat los. Ruim op in je kelder. Maak er een wijnkelder of fitnessruimte van. Bewijs jezelf én je familie eer door je huis als een tempel, in plaats als een archief van (andermans) pijn te behandelen. Dàt vertelde mijn droomhuis mij.
Rechtstreeks op het fundament
En ineens zag ik glashelder voor me, dat ik de vloer van mijn huis RECHTSTREEKS op het fundament moest timmeren, zodat de indeling van mijn huis FUNDAMENTEEL anders werd. Er bleef simpelweg méér huis over!!!! Ik héb helemaal nergens een kelder voor nodig. Alles mag in het licht, in bewustzijn. En de witte gans (= ziel) moet natuurlijk helemaal niet ‘in de donkere, onderbewuste kelder’. Die mag gewoon samen met mij mijn huis (= lichaam) bewonen, in directe verbinding! Nu bleef er zelfs ruimte over voor (een) extra ‘verdieping’. Namelijk het inzicht wat het betekent om ‘mens’ te zijn in een ‘aards huis’ ( = fysiek lichaam) in een duale omgeving (= aarde). Mijn ‘huis’ was compleet getransformeerd! Wat een ruimte, structuur en overzicht ineens! Halleluja!