Leve de koelkast!
Zò handig: je koopt en koopt en koopt en koopt…. groenten, vlees en/of vis, zuivel, een flesje witte wijn, dessertjes…, wat je maar wilt en wanneer je maar wilt en ‘parkeert’ alles in de koelkast tot je er zin in hebt. Heb je iets nodig, dan hoef je maar te kiezen. Alles blijft fris en vers. Vanzelfsprekende luxe. Iets waar ik verder niet over nadacht. Tot vorig jaar.
Raw food
Ik schreef een artikel over raw food en was geïntrigeerd door het idee van ‘levend voedsel’ vòl van ‘prana’ of levenskracht. In mijn beleving is voeding òòk ‘levend’. Iets wat zijn voornaamste waarde ontleent aan de zonne-energie, lucht en water waarmee het zélf gevoed werd. Tot mijn schrik besefte ik dat hoe ik dacht over voeding en hoe ik er in de praktijk mee omging, fundamenteel verschilden! Nu begon ik ook langzaam mijn vage, onbegrijpelijke (door mijn brein jarenlang vakkundig genegeerde) aversie tegen koelkasten te begrijpen.
Depressie
Als ik héél eerlijk ben associeer ik een koelkast met een…mortuarium. Zo’n plek waar je dode lichamen bewaart. Zolang ik iets in een koelkast stop om te koelen (drankje, ijsje, dessert dat op moest stijven), dan is er ‘niets aan de hand’. Stop ik er echter iets in om te ‘bewaren’, zoals groente en vis, dan voel ik iets van….depressie. Door voeding in een koelkast, (of nog erger, diepvries) te stoppen, krijg ik het gevoel dat ik mijn ‘voeding’ behandel alsof het eigenlijk al ‘dood’ is en het gelijk ‘als in een mortuarium’ in de koelcel bewaard moet worden om rotting en bederf te voorkomen.
Reanimeren
Op onbewust niveau werd dus bij mij ‘voeding – dood/niet-leven – stilstand’ aan elkaar gelinkt. Een link die op rationeel niveau ‘niet bestond’, want een koelkast is toch gewoon heel handig? Elke keer dat ik iets uit de koelkast haalde, had ik het gevoel dat ik wortel of courgette eerst weer een beetje moest ‘reanimeren’, wat in mijn beleving toch nooit meer voor 100% kon lukken. Uitgedoofd leven. Geen wonder dat ik er depressief van werd.
Energieveld
Het tegenovergestelde kan overigens ook: levend voedsel ‘doodmaken’ door het (sterk) te verhitten. We kunnen ons niet voorstellen dat een kudde herten hun gras eerst in een grote ketel laat klaarstomen! Wilde dieren eten hun voedsel rauw en vers. Punt. In ‘levende’ voeding schijnt volgens wetenschappers bovendien een subtiel energieveld aanwezig te zijn. Een veld dat veel krachtiger is dan van gekookt of gebakken voedsel.
Stenen kelder
Een ‘rawfoodie’ ben ik niet geworden, maar duidelijker keuzes maak ik tegenwoordig wél. Alles wat ik wil koelen (drankje, ijsje, dessert,…), omdat gekoeld nou eenmaal lekkerder is, gaat in mijn ouderwets koele, stenen kelder. Mijn koelkast heb ik de deur uit gedaan; die blijk ik écht niet nodig te hebben. Al krijg ik wel hier en daar commentaar dat ik nu toch wel érg alternatief aan het worden ben. Oh? Ik ben enkel weer zélf na gaan denken en gaan voélen wat iets doet met me.
Vruchtbaar leven
Al het overige, zoals groenten en fruit, gaat op schalen, of in bakjes met wat vochtige aarde. Het is namelijk wetenschappelijk bewezen dat groenten en fruit tot 10 dagen na het oogsten nog door blijven leven. Vis koop ik enkel nog op de dag zelf. Nu wordt de link ‘voedsel – leven, vruchtbaar, groei’ gelegd. En dat lijkt mij véél positiever. Mijzelf voeden met ‘vruchtbaar leven’, in plaats van met ‘uitgedoofd leven’.